Ius Sanctus Nieuws Archief
Niet zeuren, wel bijdragen, deel 2
Thursday, 14 Jun 2001 door Ton
Heeren, Daames ook, Leeden allegaar,
In de afgelopen dagen was het weer goed raak. Kritiek, zowel gezouten als ongezouten, verwijten van lamlendigheid, disrespect, en andere in ons verticaal verfoeide karaktertrekken, u heeft het allemaal weer in uw inbox moeten verstouwen.
En u had allemaal gelijk, dat beetje traditie bleef gelukkig onaangetast. U had gelijk als dat alles kut geregeld is, u had gelijk dat ook critici zich gerust eens van hun actieve kant kunnen laten zien, u had gelijk dat u net zoveel informatie kreeg over activiteiten als burgers in Noord-Korea over het wereldnieuws, u had gelijk dat de anderen breinen waren, u had gelijk als u over HR-Leeden dacht te kunnen struikelen zonder ze te herkennen, en u had ook gelijk dat er niet gezeurd maar gedaan moest worden.
Tijdens alle gekrakeel is er kennelijk ook gedaan, want eergisteren was het programma voor zaterdag uiteindelijk geregeld. Ook daar was wel weer terechte kritiek op, maar het was wel mooi vier dagen van te voren, en dat kon wel eens een record zijn.
Daarmee kan men de problemen van de afgelopen dagen als opgelost beschouwen. Maar dat is, om onze Consul Generaal Far West Far Out te parafraseren, een Amerikaanse recht-toe-recht-aan redenering, die voor ons Nederlanders niet opgaat. Achter de aan het daglicht getreden troebelen ligt altijd, zo wil de vaderlandsche traditie, een structureel probleem. En structurele problemen roepen om analyse en in het kielzog daarvan generieke oplossingen.
Laten we beginnen met de analyse. De generieke oplossing is dan voor degene aan wie het op grond van die analyse toevalt.
De geuite verwijten beschouwende valt mij op dat er vooral sprake is van definitieproblemen. Wat verstaan we onder "iets doen"? Jong Ius vindt dat de HR niets doet, waarop de HR repliceert dat deze niet alles zelf hoeft te doen, maar dat de leeden, Jong Ius incluis ook wel van hun luie reet kunnen komen.
In verwijt en repliek betekent 'iets doen' echter iets anders, en dat is de bron van de nodige miscommunicatie met alle heftige emoties van dien.
Het verwijt dat de HR niets doet slaat namelijk niet op de uitvoerende aspecten van activiteiten. Veel meer is het probleem dat de HR geen enkele poging doet de regie te voeren! Een regisseur informeert, geeft aanwijzingen, vraagt om medewerking en controleert of gedane toezeggingen zijn nagekomen. Dat laat de HR na, of in ieder geval wordt het aan zekerheid grenzende vermoeden dat de HR dat nalaat onbestreden gelaten, ja zelfs versterkt door de HR.
De verdediging dat de critici zelf ook niets doen slaat wel op het uitvoerende vlak. Wanneer ik dat op mijzelf betrek komt dat vooral door de overweging dat ik weliswaar gaarne bereid ben de handen uit de mouwen te steken, maar over weinig tijd daartoe beschik. Vandaar dat ik alleen de handen daadwerkelijk uit de onberispelijk gestreken mouwen steek als ik enige zekerheid heb over het rendement daarvan. Die zekerheid nu, zou moeten voortkomen uit het ontvangen van voornoemde regie vanuit de HR.
Op punten waar ik zelf regisseur ben is die zekerheid gegarandeerd, en mijn tijdbesteding dus groter dan nul. Voorbeelden daarvan zijn
het Kapittel, en het Elektronisch Logboek voor de Natte Droom 2001.
Op punten waar regie-aanwijzingen worden gegeven ontstaat die activiteit ook. Het samen met Klaas organiseren van de jaarvergadering bijvoorbeeld, of het bijdragen aan de almanak. "Kun jij iets schrijven voor de almanak?" en na enige tijd "Heb je al iets geschreven, en wanneer krijg ik dat van je" Resultaat: een pagina of 10. Zoals u ziet wordt daarbij helemaal niet verlangd dat de regie-aanwijzing details bevat als de lengte van de te leveren tekst, of de te beschrijven onderwerpen. Daar komt iedereen zelf wel op.
De Hooghe Raad is de regisseur die het kader moet scheppen waarbinnen de Leeden initiatieven ontplooien en actief zijn. Dat is het "iets" dat de HR moet doen. Dan volgt het "iets" dat de Leeden moeten doen vanzelf.
Kortom Hooghe Raad, trek de regie naar u toe. En vraag om uitvoerende assistentie als u dat nodig acht. U weet hoe vaak ik nee zeg als mij iets wordt gevraagd. Doet u uw 'iets', dan doe ik het mijne, en doet als resultante Moresgenootschap Ius Sanctus zijn ding.
Ik zie u zaterdag.
Met vriendelijke groet,
Ton Zijlstra, Lid Orde der Verheevenen.