Ius Sanctus Nieuws Archief
Mores Afdeling Riga, Tussen IJsblokken en Nanometers
Wednesday, 09 Apr 2003 door Vanderveen
Mores over de wereld. Martijn vdV verblijft voor enige tijd in Riga (Letland) en onderzoekt cultuur en gebruiken.
Ach ja, Melkert. Hij had het hier naar zijn zin gehad. Achter de goedgevulde toonbanken van de markt staan meer mensen dan er halve varkenskoppen liggen, ieder anderhalve meter een echte vakman. Het vlees wordt op een boomstronk van bot gescheiden. En waar de luie Nederlander zich geergerd in zijn slaap omdraait door het geluid van de veegmachine of bladerblazer worden bezem, veger en blik door vele handen gehanteerd. Dat een door gestaald glas afgescherm postkantoor beschouwd wordt door een bewaker kan begrepen worden, de bewaker in de kleine kiosk was misschien iets teveel. Een conducteuse per coupe, nooit zal iemand ongecontroleerd een plaats bezetten. Tientallen te kleine stalletjes met altijd dezelfde waren, kranten, snoepgoed, batterijen, met daarin opgesloten een persoon die schijnbaar nooit naar buiten komt. De oude vrouwtjes verkopen de laatste weken sneeuwklokjes op straat.
Dappere mensen, de Letten. Met de aanstaande bruiloft met de Navo in 2004 en de grondwet in de hand nemen ze het op tegen de Russische overheerser. De bureaucratie het belangrijkste wapen. De Russen introduceerden de naam, eindigend op een “s”. Als typisch Lets wordt het nu de Russen ingewreven, Iwan zonder s kan het *chudden. Ook mijn naam verLetst, en gemengde echtparen lopen zich mager van vertaalkastje naar onbetekenend stempelmuurtje. In de strijd tegen het grote Kwaad, ditmaal met snor en dichterbij dan de afstand Riga-Lissabon schaarden de Baltische Staten zich achter Amerika. Goed, het zijn slechts enkele tientallen militairen die uitgezonden worden, maar nog altijd meer dan die ene van Nederland die onverwacht “onze jongen” was. De Baltische Staten zenden bij elkaar nog geen promille van de Amerikaanse troepenmacht, maar wie het kleine niet eert…
Temidden van de rommel van de wereld behouden de Letten hun cultuur. Waar wij uit nostalgie of als het koud is de aardappelen en wortelen stampen, de traditionele Letten eten alles waar wij nog slechts een herinnering aan hebben. Tot aan boekweit pap toe, maar ook gierst en wortelen die nog geschraapt moeten worden, worden met smaak opgegeten. Dan kan onze voortschrijdende beschaving zich misschien meer vinden in de zangcultuur. De ‘Zingende Revolutie’, grote menigten zingende mensen, grotendeels gestoken in hun traditionele kledij betoogden vreedzaam tegen de Russen. In juli wordt het jaarlijkse nationale zangfestival gehouden en gezien het aantal deelnemers is hier geen sprake van slinkende koordeelname. De zon wordt wel erg vaak bezongen wordt, niet verbazingwekkend met zo veel kou en sneeuw.
Waar dit koorzingen in ons land gezien wordt als ‘een aardig overblijfsel uit de kerk’ zijn de mensen hier erin geslaag het te verbinden met hun dagelijkse cultuur. Dit getuigen de tientallen jongeren op de heuvel die tot diep in de nacht hun cultuur lallend uitdragen. Met het verdwijnen van de winterjassen komen de traditionele sportschoenen weer uit de kast, wordt de krul weer op de pet gepakt en komt de liefde in het spel. Een Letse of Russische vrouw zal nooit meer stralen wanneer zij een bloem krijgt van haar geliefde, die dan ook vol trots naast haar loopt, met aan zijn arm zijn vrouw of vriendin, en in zijn andere hand de onvermijdelijke twee literfles bier.
Tot zover. Terug naar de studio.
MvdV