Ius Sanctus Nieuws Archief
Cantus Amphitheater
Saturday, 19 Jun 2004 door Vanderveen
Waren het niet de Grieken die in halfvormige theaters drama, zang en muziek ten gehore brachten? Waren het niet de barbaarse Germanen die de lange tafels met grote pullen bier uitvonden? Wat het niet de Markies de Sade die zelfkastijding en verborgen erotiek expliciteerde en populair maakte? Is het niet moresgenootschap Ius Sanctus die deze geschiedenis combineerde in drie uur in een fantastische cantus?
Het was apart het amphitheater binnen te komen lopen. Een muur van mensen staat voor je, je gehele blikveld vullend. Het is altijd het eerste moment, want toon je angst dan ben je verloren. Toon niet wat in je binnenste woedt dan zal de avond van jou zijn. Met dhr. Schenkel links van me en de heer Lammers rechts hadden we de troeven in handen. De tijd nemen om de zaal te bekijken. De mensen welkom heten. Procantor een lied, we zijn begonnen.
Weer stilte, wat werd er slecht gezongen. Het zal de akoestiek zijn geweest. Van de honderd personen kwam een vijfde van elders. Een persoon uit iets-Geleen. Naar beneden gehaald, de zaal wist dat de persoon de zak zou zijn. Maar met een biertje als pretschikking mocht hij weer naar boven. Coulance, dat geeft de mensen moed en lokt ze uit de tent. En uit de tent kwamen ze. Al snel deed iemand iets verkeerd. Geen idee wat. Schenkel straft met mooi gekleurde drankjes, met bieten op het haar en knoflook als Coupe Soleil. Die trieste mensen met ontploft, te lang of te vet haar. Emmers aan de hoogwerker die doel misten. Echt nare mensen mochten in de lijkkist. Even weg. De lijkkist was een mooi succes. Tot mijnheer de Praeses even moest vragen of niet toevallig nog iemand in de kist lag. Iedereen schudde nee. Maar toch ging de kist op een kiertje, och, kwartier gelegen, we zullen maar zeggen dat het met opzet was, nietwaar?
Gezang. Veel gezang. Leuke liedjes en de fraaiste: Vader Jakob. De Cantus ging twee taartpunten tegen de andere twee taartpunten. De Cantussenaat vond het prachtig en omdat Vader Jakob eindeloos door kan gaan liep de Senaat even naar achteren voor een bakje koffie. De zaal zong door, want nooit stopt iemand Vader Jakob. Fraai was het gedragen stemgeluid van de Procantor die plechtig voorzong en daarna het lied op tempo inzette. Vinden de mensen leuk.
En de schachtenmeesters, Stam, Schut, Oosterhout en Van Elteren. Van Elterens eerste keer en dan direct met de andere schachtenmeesters aangeklacht wegens Lubberiaans gedrag. Naar voren en de confrontatie met de persoon die zij gevieren onheus in het kruis getast zouden hebben. Restitutie in het kruis van het slachtoffer, genoegdoening kent z'n grenzen. Hoog gezeten boven de hoofden hadden de schachtenmeesters een zware taak. Sta je te hoog, dan zie je te weinig, sta je te laag dan sta je in beeld. Maar zij deden het goed en droegen verdachten waar nodig naar voren en trokken giechelende meisjes uit elkaar. Ook wanneer poesjes (meisjes van Bastet die dus dubbel bepoest zijn) een hondenriem, compleet met worstjes, aan de broek krijgen en nederig worden rondgeleid, vonden de schachtenmeesters de mogelijkheid klef gedrag te vermijden en sletterig gedrag te stimuleren. Zelfs wanneer dit zou uitmonden in het likken van de voeten van een der dames: waren we al half gewend aan sportschoenen, de dames gaan verder aan dragen teenslippers, de goden mogen weten wat hierna komen zal! En och, de vertoning tijdens het Schapen Neuken, Kennedy, Arends en kandidaat kandidaat Bal, gebogen over elkaar met rood glimmende wangetjes. Laten wij die vertoning snel vergeten!
Het Amphitheater was een fraaie plaats van onderaf gezien. De Cantus was samen te vatten als: amicaal genoegen. Het lukte niemand om de cantus te verzieken zoals de achterste tafels nog wel eens doen. De distributie van emmers bier ging ook prima, de tappers leverden goed werk. Het spijt me wel dat ik een emmer bier, en daarmee een derde ronde van de aanwezigen heb gebruikt om de sigaret van de heer Van 't Sant uit te gooien, het spijt me nog meer dat dit niet gelukt is.
Ik schrijf deze Cantus bij als een van de apartste en leukste in mijn
Cantusloopbaan, en nodig u allen uit mijn woorden kracht bij te zetten, aan te vullen of juist tegen te spreken.
Gaudeamus Igitur! Dixi,
Martijn van der Veen
Praeses eerste Amphitheater Cantus