Ius Sanctus Nieuws Archief
Frans
Friday, 26 Nov 2004 door Vanderveen
Frans glom toen hij sociëteit Antigoon binnenstapte. Honderd schijnende zaklantaarns gaven de kroeg een merkwaardig voorkomen, net even wat anders. Door een dikke mensenmassa schreed de Rector Magnificus naar het podium. De kroeg was volbezet, zeer volbezet. Een beschaafd pad werd geopend voor de persoon die de Universiteit Twente flink had opgeschud, een vriend van de studentenwereld was geworden. Maar ook voor de persoon die de laatste twee, misschien drie jaar te snel ging voor de universiteit, een man die het draagvlak langzaam zag afbrokkelen. Maar vanavond stond hij er weer als nooit tevoren, alsof hij gewoon even binnen kwam wandelen, op zoek naar wat aanspraak en een goed glas bier.
Van de vereniging krijg de RM een lidmaatschapspas waarmee hij te allen tijde de sociëteit mag bezoeken. En een passend cadeau in de vorm van de fles van de vereniging. Deze kreeg hij uitgereikt van de voorzitter van de vereniging waarna de Magistraat van het Genootschap het woord nam. Het andere festijn zou in de andere kroeg plaatsvinden.
Van Vught bleek zenuwachtig. Keek enentenmale op zijn horloge. Wijzend. Slikkend. Maar Frans wilde de cirkel rondmaken. Immers, waar eens het spel begon met het nalaten van het zingen van het Wilhelmus, hier zette hij als eerste in. De bovensociëteit schudde op haar grondvesten toen allen het gezicht gekeerd hadden naar het portret, gekregen van de Oranjevereniging Enschede. De Magistraat, Rutger L., sprak de woorden dat het voor Ius Sanctus wel raar was afscheid te nemen. Immers, de Rector blijft Erelid en van afscheid is in principe geen sprake. Gekleed in een perfect zittend Moresjasje dronk de Rector met graagte zijn biertjes weg en kreeg van de Magistraat naast de morespolo een miniatuur: het paasvuur op 1:87. Omdat hij zojuist een onderscheiding had gekregen in de eerste klasse van de Orde l'Escalatoir Extra Ordinair wegens het gieten van een pitcher bier over de chef van de bovenburen, besloot de zojuist onderscheiden Rector de miniatuur brandstapel aan te steken. Een miniatuur was nooit zo levensecht gebleken. Hilariteit alom.
Frans van Vught is als grap binnengekomen, en gaat met wat weemoed weg. Een gewaardeerd persoon die zeker niet alleen bekeken werd als een ingang om zaken gedaan te krijgen. Maar een vriend die liet blijken het regelmatig jammer te vinden niet vaker zijn jeugd te mogen herbeleven. Temidden van alle decorum en tradities, verantwoordelijkheden en toespraken, neemt de avond bij ASV Taste met de aparte ontvangst, en de beslotenheid in de kleine kroeg met het moresgenootschap in het bijzonder, een aparte plaats in. Waar Sus Antigoon zijn rust vond, zo heeft Frans zijn rust ook gevonden. Helaas staat hij met beide benen in het burgerleven en kent hij grote verantwoordelijkheden. We laten de deur altijd open, opdat hij weet dat hij altijd welkom is, om de geest van Antigoon wakker te maken, en de tap te laten stromen.